Koopman in slaven

Afrikaanse kust
anno
1700

Willem Bosman wordt in 1672 in Utrecht geboren. Op zijn zestiende treedt hij in dienst van de Amsterdamse kamer van de West-Indische Compagnie, de WIC – een onderneming die van de overheid het alleenrecht op de West-Afrikaanse handel heeft gekregen. Bosman wordt op een schip naar Elmina gestuurd. Dat ligt aan de Afrikaanse Goudkust, het huidige Ghana. Daar heeft de WIC haar belangrijkste handelspost.

Bosman doet administratief werk. Hij houdt de boekhouding bij en schrijft brieven. Maar in de loop der jaren werkt hij zich op en uiteindelijk wordt hij opperkoopman. Dat is de op een na hoogste functie na die van de hoogste baas, de directeur-generaal. Bosman is verantwoordelijk voor de handel in goederen en slaven. Ook verdient hij flink aan de illegale goudhandel, waar veel leidinggevende figuren van de WIC bij betrokken zijn.

Wat ging Bosman daarna doen?

Bosman blijft tot 1702 aan de Goudkust en gaat dan terug naar Nederland. Daar schrijft hij een boek over zijn ervaringen in Afrika. Het wordt een bestseller. Nog steeds is het één van de belangrijkste bronnen over de Nederlandse slavenhandel.

Wat is de oorsprong van de slavenhandel?

sl.5

In de oudheid is slavernij vrij normaal, ook in Europa en in Afrika. Veel Afrikaanse volken houden slaven die in de landbouw werken. Hun leven verschilt dikwijls niet erg van dat van vrije mensen. Tot in de middeleeuwen is de slavenhandel in Afrika beperkt. Dat verandert wanneer handelaren uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Europa massaal Afrikanen beginnen te kopen. Daardoor ontstaat er een markt. Europeanen bieden Afrikaanse handelaren steeds grotere hoeveelheden wapens, textiel, schelpen enzovoort in ruil voor steeds meer Afrikanen.

Hoe begint de Nederlandse handel met West-Afrika?

Vooral de Portugezen zijn gevaarlijke concurrenten…

Nederlandse handelaren beginnen aan het eind van de zestiende eeuw zaken te doen in West-Afrika. Ze handelen onder andere in goud, ivoor en wapens. Ze zijn niet de enige Europeanen daar: vooral de Portugezen zijn gevaarlijke concurrenten. Alle handelscompagnieën bouwen handelsposten en forten om zich te beschermen tegen elkaars aanvallen. Na de oprichting van de WIC in 1621 groeit de Nederlandse macht in West-Afrika snel. Samen met Afrikaanse bondgenoten vallen Nederlanders de Portugese forten aan. Ze veroveren uiteindelijk tientallen forten en kleine handelsposten langs de hele westkust van Afrika. De forten op de Goudkust zijn de belangrijkste handelsknooppunten.

Hoe begint de Nederlandse slavenhandel?

In een paar jaar tijd vervoeren de schepen van de WIC bijna 15.000 slaven naar Brazilië.

De Nederlanders zijn aanvankelijk niet geïnteresseerd in slavenhandel met Afrikanen. Daar valt niets mee te verdienen, omdat zij geen koloniën hebben waar slaven verkocht kunnen worden. Bovendien beheersen de Portugezen de slavenhandel op de Spaanse en Portugese koloniën in Amerika waar wel slaven nodig zijn. Maar in 1630 veroveren de Nederlanders een deel van Brazilië. Dat is een kolonie met veel suikerplantages waarop slaven werken. Dan gaat de WIC ook in slaven handelen. Eerst via de forten op de Goudkust, maar die leveren te weinig mensen. Daarom veroveren de Nederlanders in 1641 Luanda (in het huidige Angola) op de Portugezen. Dat is op dat moment het belangrijkste centrum van de slavenhandel in Afrika. In een paar jaar tijd vervoeren de schepen van de WIC bijna 15.000 slaven naar Brazilië.

Schepen MCC op de rede van Vlissingen

In 1654 raakt de WIC Brazilië weer kwijt aan de Portugezen en verschuift de Nederlandse slavenhandel naar het Caribische gebied. Daar worden de Nederlanders zelfs de belangrijkste slavenhandelaren: zij leveren slaven aan Franse, Engelse en Nederlandse koloniën. Dan verliezen ze Luanda, de grote slavenhandelspost in Angola, ook weer aan de Portugezen. De Nederlandse slavenhandel in West-Afrika gaat zich dan concentreren op het kustgebied tussen het huidige Ivoorkust in het noorden en Gabon in het zuiden.

Niet alleen de WIC, maar ook particuliere handelaren hebben de slavenhandel rond die tijd ontdekt als iets waar je goed geld mee kunt verdienen. Zij doen dat illegaal, want de WIC heeft nog steeds het monopolie op de handel met West-Afrika. Deze illegale handelaren worden lorredraaiersgenoemd. Nederlanders kopen in de zeventiende en achttiende eeuw in totaal bijna 600.000 Afrikanen in West-Afrika.