1869
Raadselachtige palen
1869, zes jaar na de afschaffing van de slavernij. De protestante zendeling Braukmann komt zoiets bijzonders tegen dat hij het opschrijft in zijn dagboek. Bij de ingang van plantage Hannover in het district Boven-Para ziet hij een paal staan met aan de voet een klein houten godenbeeld ingegraven. Dit soort palen staat rondom het hele dorp van slavenbarakken. Ze zijn met een koord aan elkaar verbonden. Deze palen en beelden zijn voor de voormalige slaven een middel om hun goden om hulp te vragen
Bekeren en bekeren
Meer dan 21.000 slaven zijn in de decennia daarvoor bekeerd tot het christendom. De meesten behoren tot de christelijke gemeente van de Herrnhutters. Maar steeds vaker zien de zendelingen dat de mensen die zij tijdens de slavernij tot het christendom hebben bekeerd, zich opnieuw keren tot de goden van hun oorspronkelijke godsdienst, de winti-religie. Hoeveel slaven in de winti-religie geloven weten we niet, want dat staat nergens opgeschreven. Dat geloof telt namelijk niet mee voor de koloniale ambtenaren die de gegevens over de bevolking nauwkeurig bijhouden en in de koloniale verslagen noteren.