De zeereis
Ongeveer twaalf miljoen Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen worden per schip over de Atlantische Oceaan vervoerd naar Noord- en Zuid-Amerika. Zij komen uit het gebied tussen Angola en Senegal. Slavenhalers hebben ze daar geronseld, gekocht of geroofd en ze vervolgens naar de kust gebracht.
Ze worden eerst maandenlang gevangen gehouden in een van de forten aan de kust, zoals fort Elmina in Ghana of Gorée Island bij Senegal. Daarna dwingen de slavenhalers ze aan boord te gaan van een groot schip. In de krappe en benauwde laadruimtes worden een paar honderd slaven gestouwd, de mannen apart van de vrouwen en kinderen. Er zijn ook baby’s en kleuters bij. Door de slechte omstandigheden op de schepen gaan onderweg veel slaven dood. De schepen komen uit Europese landen. Ook Nederlanders doen mee aan de handel in slaven. Tussen 1596 en 1830 vervoeren zij minstens 500.000 Afrikanen per schip naar plantages in Suriname, op Curaçao en op Sint Eustatius.