Het verzet
Slaven hebben zich altijd verzet tegen hun onderdrukking. Dat gebeurt al op de slavenschepen: dan wachten ze op een kans om een gevecht aan te gaan met de bemanning en vallen er aan beide zijden doden en gewonden. Maar winnen kunnen de slaven vrijwel nooit, want de bemanning heeft wapens en zij niet.
Ook op de plantages proberen de slaven van alles. Ze saboteren het werk, vernielen de oogst of doen alsof ze te ziek zijn om te werken. En regelmatig probeert iemand zijn of haar meester te vermoorden, bijvoorbeeld met vergif. Ook in Nederland groeit er langzamerhand weerstand. De eerste eeuwen niet: dan hebben de meeste Nederlanders geen belangstelling voor de situatie van de slaven, terwijl die in de koloniën letterlijk voor hun leven vechten. Maar vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw klinkt steeds meer protest tegen het onrecht dat de slaven onder Nederlands gezag wordt aangedaan. Er ontstaan verschillende actiegroepen die elk op een eigen manier tegen het onrecht protesteren.